In het begin van de oorlog in Oekraïne wordt Millenaar Paul Toonen gebeld door een rugbyvriend uit Kyiv. “Het is hier niet veilig. Ik breng mijn vrouw en zoon vanuit Kyiv naar Warschau (Polen).” Paul (54, opleidingskundig adviseur en brandweercommandant te Vierlingsbeek) rijdt direct naar Warschau en haalt moeder en zoon Oleg op met nog drie moeders en hun zonen, in totaal zeven personen. De vaders zijn in Kyiv gebleven en vechten daar aan het front.
Paul Toonen met de Oekraïense jongens
De vijf jongens waren in Kyiv gewend vijf maal per week op een hoog niveau te trainen op de voetbalacademie van FC Liviybereh. Liviybereh betekent linkeroever, namelijk van de Dnjepr, de rivier die door Kyiv stroomt. Paul heeft onderdak gevonden voor de tweeling Kyryll en Mark in AZC Overloon en voor Oleg en Goscha bij hem thuis. Ze gaan naar Metameer Stevensbeek en trainen en spelen met de JO14-1 van JVC Cuijk. Hun moeders hebben gelukkig werk gevonden. Voetbal is alles voor de jongens en daarbij krijgen ze ondersteuning. Aanvankelijk, toen ze nog op een huisjespark bij Linden woonden, reden de zaterdagveteranen hen op en neer naar JVC. Nu worden ze gehaald en gebracht vanuit Mill of ze rijden met de trein vanuit Overloon. Vladimir is teruggegaan naar Kyiv.
President Nicolai Lavrenka van FC Liviybereh
Met de kerstvakantie waren de jongens in Kyiv. Hun president-eigenaar, Nicolai Lavrenka, is JVC Cuijk zeer dankbaar voor de warme opvang. Hij heeft hen een shirt en een vaantje van zijn club meegegeven als geschenk aan JVC. Uit waardering zal JVC hiervoor een mooi zichtbaar plaatsje in de kantine zoeken. Soms gebeuren er op en om de voetbalvelden minder leuke dingen. Maar dit is een prachtig teken dat sport nog steeds kan verbroederen.
Bestuurslid Maurits de Boer neemt vaantje en shirt van FC Liviybereh in ontvangst
Zoveel mogelijk speelt JO14-1 op het hoofdveld van JVC. Via de automatische camera worden de beelden van de wedstrijd gestreamd. Zo kunnen de Oekraïense papa’s aan het front op hun mobiel de verrichtingen van hun jongens volgen. Wel op een ellendig grote afstand, maar – en dat weten de jongens – ze zijn er toch een beetje bij ….
Luctor