De man met de hoed

“Dit hebben we nog niet gewonnen.” Laatst was Advendo inderdaad een taaie tegenstander. Elke thuiswedstrijd van JVC Cuijk 1 staat Jo (eigenlijk Joop) van den Berk langs de lijn naast enkele ouwe getrouwen. Je vindt hem zo. Markante hoed en snor, altijd monter, met een olijke glimlach en in voor een praatje. Ook realistisch en met waardering voor goede spelers van de tegenstander. Wel wordt zijn toon een tikkeltje kribbig als hij het heeft over onterecht afvlaggen van JVC aanvallers wegens buitenspel. Kortom, Jo houdt gewoon van voetbal.

Geboren in 1938 in Rosmalen belandde hij, na een opleiding bij de politie op aandringen van zijn vrouw in 1972 in Cuijk als opperwachtmeester, werd adjudant en kwam later, in 1985, in Den Bosch bij de recherche betalingsverkeer (fraude, vals geld).

Rond 1980 voetbalde Jo enkele jaren bij de zaterdagveteranen. Na zijn vervroegd pensioen zat hij niet stil. In de jaren negentig werd hij eerst leider van het derde en later van het zeer succesvolle en steeds promoverende eerste. Daarnaast fietste hij diverse grote toertochten waaronder Luik-Bastenaken-Luik. In 1998 kwam hij in het bestuur als secretaris, wedstrijdsecretaris en regelaar van advertentieborden. Omdat hij in die jaren ook in dienst was bij Hofmans Tapijten, ging hij samen met hoofdsponsor Sjaak Hofmans in diens indrukwekkende Rolls Royce op pad voor het aantrekken van spelers. Menig nieuwe speler werd overgehaald met een bloemetje voor de vrouw en een interessant laminaatje of karpetje.

Hoewel Jo al vele jaren alleen is – in 2010 overleed zijn vrouw – maakt hij er het beste van. Hij heeft veel koffie- en eetcontacten met zoon en dochters, vrienden en bekenden. Verder is hij vrijwilliger in ontmoetingscentrum ’t Fort en danst op zondag. Natuurlijk voelt Jo zijn knieën wel, maar zegt ook: “Klagen heeft geen zin, daar heb je jezelf maar mee.” De zondagmiddagbesteding bij JVC Cuijk 1 mag dan voorbij zijn met voetbal op hoog niveau, Jo tilt daar niet zo zwaar aan. Ook nu geniet hij van het zaterdagvoetbal en de gezelligheid die dit met zich meebrengt. “Als er maar voor geknokt wordt!”

Luctor