Hallo, ik ben Geert-Jan Janssen getrouwd met Jolanda en heb twee kinderen, Sander en Pascalle. Jolanda heeft jarenlang bij JVC gespeeld en is leidster geweest bij de meiden van JVC. Sander is al vanaf zijn zesde lid van JVC en speelt momenteel bij JVC zondag 3 (tot afgelopen seizoen zaterdag 3). Pascalle heeft ook lang bij JVC gespeeld en is met de meiden meerdere keren kampioen geworden.
Er loopt thuis ook nog een hond rond genaamd Doesjie, een twaalf jaar oude border collie.
Ik werk met veel plezier in het SBO in Nijmegen en geef les aan kinderen, die om één of andere reden niet mee kunnen in het reguliere basisonderwijs. Het geeft voldoening deze kinderen, bij wie het leren niet vanzelf gaat, te helpen. Daarbij is het ook belangrijk dat de kinderen plezier hebben, want dan wordt het voor hen ook makkelijker om zich te ontwikkelen.
We wonen al ons hele leven met veel plezier in Cuijk. Jolanda en ik zijn geboren en getogen in Cuijk Noord waar we beiden een geweldige jeugd hebben gehad. Samen met mijn broers en vrienden gingen we, als we niet naar school hoefden, bijna dagelijks voetballen. We speelden bij de houten goals, het veldje bij de LTS, het veldje bij de brug, het veldje bij de Maas en tot ergernis van de buurt op het veldje bij de kerk of in het paadje achter ons huis.
Al jarenlang ben ik leider/trainer van zaterdag 3, komend jaar zondag 3. Dit is een stel dat bestaat uit een hele groep vrienden, waarin veel gelachen wordt. Voor deze jongens staat het winnen niet altijd voorop. Het is vooral een vriendengroep die het leuk vindt om samen te voetballen. Natuurlijk proberen ze iedere wedstrijd te winnen maar als er verloren wordt is dat al snel vergeten. Het nadeel van een groep die veel samendoet is, dat als er een feest of festival is je direct een groot deel van de groep mist en het moeilijk is nog een team samen te stellen. Verder wil het weer nog wel eens een rol spelen bij de opkomst voor het trainen. Veel van de jongens studeren nog, dus ook in de tentamen- en examenperiodes is het nog wel eens lastig om voldoende mankracht bij elkaar te krijgen. Maar het plezier dat de jongens met elkaar beleven maakt het de moeite waard om ze iedere donderdag en zaterdag te begeleiden.
Zelf heb ik vanaf mijn zesde gevoetbald. Eerst een jaar of drie bij SIOL waar Marco en William al speelden en ons pap in het bestuur zat. Daarna zijn we met zijn allen verkast naar JVC. In de jeugd speelde ik vooral bij de recreatieve teams en af en toe in een selectie. Veel van mijn trainers/leiders van toen zijn echte JVC-ers: Gerrie Christiaans, Sjaak Wellesen, Piet Lamers en Sjakie van Raay. Na de jeugd kwam ik in het vijfde. Enkele jaren later werd mij gevraagd of ik bij het derde wilde spelen. Qua leeftijd paste die groep beter bij mij. Daar werd echt getraind en gespeeld om te winnen. Dat beviel me beter. Daar kreeg ik de smaak echt te pakken en heb geprobeerd het tweede te halen. Dit lukte al snel. Met Henk Rikken als trainer en Sjakie van Raay als leider werd het nog leuker dan het al was. Veel lachen, maar ook echt presteren.
Vervolgens kregen we Harrie Verbruggen als trainer. Zijn passie en gedrevenheid bevielen me erg goed. Maar Harrie werd al snel naar het eerste gehaald om het op degraderen staande Urst te redden. Daarvoor werden er wat jongens uit het tweede gehaald en dit werkte. Het jaar daarna werd ik basisspeler van JVC 1. In het begin als rechtsback, maar al snel als rechtshalf. We werden dat jaar met tien punten voorsprong kampioen. Het was geweldig om met drie, soms vier broers samen te spelen in zo’n succesvol team. Ook de opluisteringswedstrijd tegen Ajax was fantastisch om mee te maken. Met al dat volk langs de lijn en dan mogen spelen tegen Bryan Roy, de gebroeders de Boer, Jan Wouters en Johnny van ‘t Schip.
Het jaar daarna werden we weer kampioen, terwijl ons pap al ziek was. Geweldig om hem zo trots te maken. En het jaar daarna nogmaals. Mijn aandeel daarin werd steeds kleiner. Ik liep een blessure op en de groep was sterker geworden met spelers van buitenaf. Hard werken en veel lopen op het veld was niet meer genoeg om mee te kunnen met de ploeg. Daarna heb ik nog wel een aantal jaar in het tweede gespeeld en later in het vijfde waar ik weer met mijn broers in een vriendenteam samen speelde.
Na het voetballen ben ik altijd actief gebleven binnen JVC. Ik ben een tijdje coördinator geweest van de E-tjes en F-jes maar dat is niet mijn ding. Ik sta liever met de spelers op het veld bij trainingen en wedstrijden. Tegenwoordig tennis ik een beetje en laatst hebben we met de hele familie meegedaan aan de LVC-Cup. Ik “mocht” meedoen als keeper. Het lekker samen ballen was heerlijk om weer eens te doen. Maar weer gewoon gaan voetballen durf ik niet meer, want telkens als ik dat probeer kom ik met een blessure thuis. Daarom geniet ik er nu van om de jongens net zoveel plezier te laten beleven als ik vroeger had met het spelletje.